Werking AED

AED = Automatische Externe Defibrillator

CS PowerheartEen AED zal na het aanzetten of openen van de deksel via een stem ondersteuning geven in de uit te voeren handelingen. Volg de opdrachten die je hoort op. Het apparaat is veilig in gebruik en kan – indien de instructie exact gevolgd wordt – door iedereen gebruikt worden.  

Er zijn verschillende modellen in de handel. Allen werken op dezelfde wijze. AED’s zijn verkrijgbaar als volautomaat (de schok wordt door het apparaat automatisch gegeven) of als halfautomaat (de hulpverlener dient een knipperende knop in te drukken om de schok toe te dienen). Laat je niet afleiden door deze kleine verschillen.

Een AED werkt in 3 stappen:

  1. AED aanzetten
  2. Bevestigen van elektroden
  3. Stem en/of visuele opdrachten volgen

Na het aansluiten van de elektroden kan de AED hartritmes analyseren en daaruit bepalen of er wel of geen schok gegeven moet worden. Tijdens het aansluiten van de AED mag de reanimatie niet onderbroken worden.

  • Hulpverlener 1: reanimeert.
  • Hulpverlener 2: bedient de AED, volgt en geeft instructies.

Tijdens het analyseren en toedienen van een schok mag het slachtoffer niet meer aangeraakt worden, dit geeft de AED duidelijk aan. De bediener van de AED draagt hier zorg voor.

Een AED zoekt naar rust en regelmaat in het hartritme. Indien deze niet gevonden wordt (bij fibrillatie of een abnormaal, snel kloppend hart) zal de AED een schok adviseren.

De reanimatie kan direct na de gegeven schok, maar ook nadat de AED aangeeft geen schok te geven, hervat worden. Elke 2 minuten wordt een nieuwe analyse uitgevoerd.

Een AED zal wel een schok toedienen bij een

Een AED zal géén schok toedienen bij een